Kenmerken van dyscalculie
Een kind met dyscalculie:
- Blijft langer op vingers tellen.
- Gebruikt simpele rekenprocedures.
- Heeft moeite met clusters van 5, 10, 100, 1000 etc.
- Maakt veel fouten bij een stapsgewijze aanpak.
- Moet steeds opnieuw bedenken welke stappen genomen moeten worden.
- Heeft moeite of kan geen gebruik maken van eerder opgedane kennis.
- Heeft problemen met de plaats van getallen.
- Maakt veel fouten bij het schrijven van getallen zoals 37-73.
De volgende kernmerken hebben niet specifiek met rekenen te maken:
- Traag of trager tempo.
- Impulsieve aanpak.
- Moeite met korte-termijngeheugen.
- Niet weten wat te doen na een instructie.
- Niet weten wat te moeten doen na het lezen van een opdracht.
- Minder flexibiliteit bij het overschakelen van het ene naar het andere niveau.
- Moeite met het zelf controleren van het werk.
- Moeite met reflecteren op het eigen werk.
- Faalangst.
Bekijk de film Proef op de som - studeren met dyscalculie van Artevelde Hogeschool in België om een indruk te krijgen wat het betekend om dyscalculie te hebben.